Steppend op een fiets opstappen gaat niet meer. Voetveegbeweging gaat moeilijk. Diepte bepalen b.v. bij naar beneden lopen op een trap is slecht. Rechtdoor over een lijn lopen gaat nauwelijks of niet. Arm- en been coördinatie is niet meer optimaal. Zijwaartse verplaatsing gaat zeer traag, de kruispas is haast onmogelijk. Verplaatsing naar een bewegend voorwerp toe b.v. een bal, is oncontroleerbaar geworden. Het lopen gaat wijdbeens. Tijdens het lopen een andere activiteit erbij doen (b.v. praten met een ander of kijken naar iets) verminderd de concentratie van het lopen waarbij de kans dat ik struikel of val groter wordt.
Coördinatie is de sturing van het hele motorische systeem. Zorgt voor het harmonisch en economisch samenwerken van spieren, zenuwen en zintuigen om doelgerichte, stabiele bewegingsacties en snelle situatieaangepaste reacties (reflexen) tot stand te brengen. Voor een optimale coördinatie zijn onderstaande aspecten nodig. 1e: Juiste krachtmaat (bewegingsomvang en snelheid) 2e: Juiste spierkeuze (bewegingsuitvoering en richting) 3e: Een vlot wisselspel tussen spierspanning en ontspanning voor een goede motorische aanpassing.